Geschiedenis van de osteopathie
Osteopathie ontstond in Amerika in het jaar 1874. De Amerikaanse arts Andrew Taylor Still (1828-1917) maakte een gerichte studie van manuele behandeltechnieken. Hij zag het belang van een holistische visie en de onderlinge samenhang van verschillende systemen binnen de mens. Andrew Taylor Still ontwierp een concept waarin het bewegingsapparaat als steunweefsel in samenhang met het inwendige van de mens centraal staat. Hij was van mening dat een verkeerde stand van met name de wervelkolom er voor zorgde dat bepaalde bloedvaten in hun doorstroming werden belemmerd. Dit heeft tot gevolg dat een deel van het lichaam niet goed wordt doorbloed en klachten kunnen ontstaan.
Still deed veel onderzoek naar anatomie. Als uitgangspunt hanteerde hij het principe dat juist de gedetailleerde kennis van de anatomie tot meer inzicht van het totale functioneren zou leiden. In Kirksville stichtte hij in 1892 een school voor osteopathie, waarin veel tijd werd besteed aan ontleedkunde. Still benaderde het lichaam als functionele eenheid, waarbij een kleine stoornis de totale harmonie kan verstoren. Deze holistische visie is tot vandaag de basis voor osteopathie.
Kenmerkende uitspraken van A.T. Still:



